Bibliografie Carry van Bruggen

Boeken:
In de schaduw (van kinderleven). Verhalen. Amsterdam, van Holkema en Warendorf, 1907, 243 paginas.

Een badreisje in de tropen (Link naar fragment). Amsterdam, H. J. W. Becht, 1909, 234 paginas.

Goenong-Djatti (Link naar fragment). Amsterdam, H.J.W. Becht, 1909, 257 paginas.

Breischooltje. Amsterdam, H.J.W. Becht, 1910, 181 pagina‘s.

De verlatene. Amsterdam, Maatschappij voor goede en goedkope lectuur, 1910, 379 paginas.

Heleen. Amsterdam. Maatschappij voor goede en goedkope lectuur, 1910. Tweede uitgave 1934, met inleiding van Frans Coenen en als bijvoegsel: Enkele bladen uit Helene's dagboek, 315 paginas.

Het Joodje. Amsterdam, Van Holkema en Warendorf, 1914. Tweede uitgave in 1919, 259 paginas.

Een coquette vrouw? Amsterdam, van Kampen en Zn, 1915. Derde uitgave in 1919, 256 paginas.

Vaderlandsliefde, menschenliefde en opvoeding. Baarn, 1916, 44 paginas.

Van een kind. Apeldoorn, 1918, 178 paginas.

Om de kinderen. Rotterdam, Nijgh en van Ditmar, eerste en tweede (laatste) druk 1918, 416 paginas. 

 Prometheus. Bijdrage tot het begrip der ontwikkeling van het individualisme in de litteratuur. Rotterdam, Nijgh en van Ditmar, 1919, 737 paginas, twee delen. Tweede uitgave ingeleid door H.A. Gomperts, Amsterdam, van Oorschot, 1946. Derde uitgave in 1955, 552 paginas.

Enkele bladen uit Helene's dagboek. Apeldoorn, De Zonnebloem, 1919, 47 paginas.

Uit het leven van een denkende vrouw (onder pseudoniem Justine Abbing), Rotterdam, Nijgh en van Ditmar, 1920, 279 paginas. 

 Het huisje aan de sloot. Amsterdam, Maatschappij voor goede en goedkope lectuur, 1921, 248 paginas. 

Een Indisch huwelijk (Link naar fragment). Amsterdam, Querido, 1921, 122 paginas.

Een kunstenaar (onder pseudoniem Justine Abbing). Rotterdam, Nijgh en van Ditmar, 1921, 286 paginas. 

Avontuurtjes. Amsterdam, Querido, 1922, 240 paginas.

Het verspeelde leven (onder pseudoniem Justine Abbing). Amsterdam, Querido, 1922, 226 paginas. 

Maneschijn en koek. Amsterdam, Maatschappij voor goede en goedkope lectuur. 1923, 23 paginas.

De vergelding (onder pseudoniem Justine Abbing). Amsterdam, Van Campen, 1923, 247 paginas. 

Vier jaargetijden. Amsterdam, Querido, 1924, 150 paginas. 

De grondgedachten van “Prometheus”. Amsterdam, Maatschappij voor goede en goedkope lectuur, 1924, 43 paginas.

Hedendaagsch fetischisme. Amsterdam, Querido, 1925, 244 paginas. Latere uitgaven met inleiding van Annie Romein-Verschoor. 

Een leerstoel voor “zuivere rede”. Baarn, Hollandia-drukkerij, 1925, 16 paginas.

De klas van twaalf. Baarn, Hollandia-drukkerij, 1926, 283 paginas. Illustraties door Henri Pieck. 

Tirol. Amsterdam, Querido, 1926, 127 paginas.

 Eva. Amsterdam, Querido. 1927, 251 paginas. Zesde uitgave met inleiding van G. van Eckeren, 1949, 236 paginas.

Seider-avond (postuum). Amsterdam, Wereldbibliotheek, 1934, 23 paginas.


Vertalingen:
Sheridan, R.B., De rivalen. Amsterdam, Maatschappij voor goede en goedkope lectuur, 1910, 180 paginas. 

Pressense F. de, De verschrikkingen der Russische gevangenissen, met voorwoord van Frans Coenen. Amsterdam, Maatschapppij voor goede en goedkope lectuur, 1913, 40 paginas.

Musset A. de, Men moet nergens op zweren, Proverbe. Dramatisch bijvoegsel van Groot Nederland, 1917, 44 paginas.

Galsworty, John, De Freelands. Amsterdam, Maatschappij voor goede goedkope lectuur, 1920. Elfde uitgave, 1930, 397 paginas.

Walpole Hugh, Drie oude vrouwen. Baarn, Hollandia-drukkerij, 1926, 240 paginas.

Dumas, Alexander. De drie musketiers. Amsterdam, Maatschappij voor goede en goedkope lectuur, 1931, 684 paginas.


Artikelen
a. Eigen werk
Medewerking aan Deli-Courant, jaargangen 1904, 1905 en 1906 tot 10 januari van dat jaar (de rubrieken: Iets voor onze dames, Brieven van May en Van boek en tijdschrift, onder pseudoniem M. en May. (Totaal 151 bijdragen.)

Over Noorsche litteratuur, in Weekblad voor Indië, 1904, 4 september, pagina 250-251.

Van twee jonge harten. Can I go forward, when my heart is here? In Weekblad voor Indië, 1904, 11 september, pagina 262-266.

In den spoortrein, in Weekblad voor Indië, 1905, 7 mei, pagina 33-35.

Boekbesprekingen in Weekblad voor Indië, jaargang 1905 en 1909 tot 1913. (Totaal 28 bijdragen).

 Aankomst in Indië, in De Amsterdammer - Weekblad, 1905, 29 oktober, pagina 2-3.

Uitdrijving, in Groot Nederland, 1906, I, pagina 83-114.

Door stille zeeën, in Groot Nederland, 1906, II, pagina 663-681.

Revolutie, in Elsevier's geïllustreerd Maandschrift, deel XXXI, 1906, pagina 206-212.

Terugkeer, in De Nederlandsche Spectator, 48e jaargang, 1907, pagina 186-187. 

Bij ‘t heengaan in De Nederlandsche Spectator, 48e jaargang, 1907, pagina 234-236.

Boekbesprekingen in De Nederlandsche Spectator. 48ste jaargang, 1907. (Totaal 17 besprekingen.)

Sint Maarten, in Groot Nederland. 1907, II, pagina 540-554.

Spoken, in Elsevier's geïllustreerd Maandschrift, deel XXXIII, 1907, pagina 131-137.

Verjaardag, in Elsevier's geïllustreerd Maandschrift, deel XXXIV, 1907, pagina 56-63.

De Meesters, in Levensrecht, 1907, pagina 239-249 en 279-289.

Van twee verkleede journalisten, in Weekblad voor Indië, 1908, 12 januari, pagina 766-767.

Uitersten, in Nederland, 1908, I, pagina 121-129.

In den nood, in Nederland, 1908, I, pagina 369-390.

Uit ‘t gevaar, in Groot Nederland, 1908, II, pagina 509-565.

Pietje wordt weduwe, in Elsevier's geïllustreerd Maandschrift, deel XXXVI, 1908, pagina 200-204.

Schoolmeesterij, in De Nederlandsche Spectator, 1908, pagina 14-16.

Goenong-Djatti (Een Indische roman), in Nederland, 1908, II, pagina 241-289, 395-441, III, pagina 30-89, 169-217.

Spelletje, in Nederland, 1909, II, pagina 82-88. 

Een delict, in Europa, 1909, III, pagina 216-221.

Pietjes ondergang, in Elsevier's geïllustreerd Maandschrift, deel XXXVII, 1909, pagina 416-421.

Seideravond (een monodrama), in Groot Nederland, 1910, II, pagina 286-298.

Boekbesprekingen in De oprechte Haarlemsche Courant, jaargang 1911, 1912 tot 3 augustus van dat jaar. (Totaal 143 besprekingen.)

Enkele bladen uit Helene‘s dagboek, in De Samenleving, 1911, 8 april, pagina 537-538, 29 april, pagina 579.

Heleen, fragmenten uit een roman, in De Gids, 1912, IV, pagina 28-88, 207-240, 421-480.

De wraak, in Handelsblad, 1913, 18 januari, pagina 9-10.

Familie op bezoek, in Nederland, 1914, I, pagina 3-15. 

Onnoozelheid vermoord, in Groot Nederland, 1913, II, pagina 17-22. 

De sollicitant, in Nederland, 1913, II, pagina 81-91.

De eerste scheiding, in Nederland. 1914, III, pagina 3-20.

Een coquette vrouw? (fragment), in Groot Nederland, 1914, II. pagina 700-751.

Humor en idealisme. Rede uitgesproken voor ‘Kunst aan het Volk’ op 8 april 1915, in Groot Nederland, 1915, II, pagina 91-115.

Twee moderne vrouwen, in Groot Nederland, 1915, II, pagina 425-444.

Realisme en romantiek, een voordracht, in Groot Nederland, 1916, I, pagina 270-284.

Medewerking aan De Amsterdamsche Dameskroniek (weekblad), jaargangen 1916, 1917 en 1918 tot 23 maart van dat jaar (66 bijdragen waarin onder andere: Een Indisch huwelijk, 1916; Moderne litteratuur, 1916, van 20 mei tot 25 november en Van een kind, 1917, van 2 juni tot 11 augustus).

Vaderlandsliefde, menschenliefde en opvoeding, in Groot Nederland, 1916, II, pagina 225-263.

Op den kruiwagen, in Het algemeen Handelsblad, 1916, van l tot 20 oktober, steeds de derde pagina.

Aan een draadje, in Handelsblad, 1918, 11 mei, pagina 5.

Prometheus - Een bijdrage tot het begrip der ontwikkeling van het individualisme in de litteratuur, in Groot Nederland, 1918, I, pagina 73-98, 159-191, 278-305, 402-441, 524-544 en 644-668; 1919, I, pagina 78-107, 186-218, 327-359, 437-458, 527-557 en 652-669.

Uit het leven van een denkende vrouw (pseudoniem Justine Abbing), in Groot Nederland, 1919, II, pagina, 946-978, 1035-1074, 1161-1197, 1267-1307.

Moeilijke kwestie, in Leven en Werken, 1920, pagina 785-798.

Tante Froukje is dood, in Groot Nederland, 1920, I, pagina 91-95.

Tooverprentjes II, in Groot Nederland, 1920, I, pagina 96-101.

Maneschijn met koek, Kiezen of delen, Het leege garenkaartje en De broek van Pinchas Lezer, in Groot Nederland, 1920, II, pagina 286-307.

Het huisje aan de sloot: Hoe Mijnheer Snoek examen deed en Naar Amerika, in Groot Nederland, 1920, II, pagina 422-434.

Een kunstenaar (pseudoniem Justine Abbing), in Het Algemeen Handelsblad, 1920, van 6 september tot 13 oktober. 

Het huisje aan de sloot, De brief, Een voor allen, allen voor een en Brood borgen, in Groot Nederland. 1920, II, pagina 465-490.

Het huisje aan de sloot: De vleiende belediging. Het wonder. Hooi voor warme voeten en Zouden de groote menschen het niet gelooven, in Groot Nederland, 1920, II, pagina 609-635. 

Bloemen maken, Avondwandeling en Op rouwbezoek, in Groot Nederland, 1921, I, pagina 73-101.

De zelfvermomming van het absolute, in Groot Nederland, 1921, I, pagina 430-463, 563-583; II, pagina 59-80; 1922, I, pagina 76-101; II, pagina 441-467; 1923, I, pagina 67-100. 

Hoe zij werken, in Het algemeen Handelsblad, 1921, 15 oktober, pagina 5. 

Medewerking aan De nieuwe Kroniek, van 29 oktober 1921 tot 22 maart 1923. (Totaal 27 bijdragen.) 

Medewerking aan Het algemeen Handelsblad, van 29 oktober 1921 tot van 19 juni 1926. (Totaal 125 bijdragen.) 

De vergelding (pseudoniem Justine Abbing), in De Hofstad (weekblad), van l oktober 1921 tot 15 april 1922.

Al om een suikerballetje, in Leven en Werken, 1921, pagina 41-50. 

De verloren wedstrijd, in Leven en Werken, 1922, I, pagina 302-308. 

Het dubbeltje, in Leven en Werken, 1922, I, pagina 385-395. 

De rijkdom van Mijnheer Israëls, in Groot Nederland. 1922, III, pagina 129-139.

Visites maken, in Groot Nederland, 1922, III, pagina 140-153. 

John Galsworthy als tooneelschrijver, in Tijdschrift (Het Schouwtooneel), 1923, februari, pagina 6-9. 

Aan de Nederlandsche letterkundigen, in en buiten de vereniging, in Den gulden Winckel, 1924, 20 november.

Schetsjes uit Tirol, in Groot Nederland, 1925, II, pagina 621-631; 1926, I, pagina 78-87.

Medewerking aan De Amsterdammer - weekblad, 1925, 21 maart tot l oktober 1927. (Totaal 25 bijdragen.) 

Een mooi boek over Indië (over M. Bormann's Sunda), in Groot Nederland, 1926, I, pagina 434-439.

Onderscheiden en partij kiezen, in Leven en Werken, 1926, pagina 53-58. 

Van een drukfout, in Leven en Werken, 1926, pagina 110-115. 

Otto Braun en De gebroken knop, in Leven en Werken, 1926, pagina 190-195. 

De drie deuren, in Onze Mei, 1927, pagina 37-53.

Een nieuw realisme, in Groot Nederland, 1928, I, pagina 300-318 en 420-436. 

Inleiding, J. J. De Haan, Palestina, met inleiding van Carry van Bruggen, Amsterdam, 1925.

Vertalingen
Het paard van Mr. Butterwick, naar 't Engels (pseudoniem May), in Deli-courant, 1904, 30 maart, pagina 1. 

The doctors dilemma (Bernard Shaw), in De Samenleving, 1911, pagina 531-533, 557-558, 574.

The Freelands (John Galsworthy), in Leven en Werken, 1919, pagina 177-208, 273-296, 353-376, 433-455, 568-591, 688-727, 792-815, 848-918.